Jef

Je bent een vroege vogel Jef. 10 weken te vroeg. Je moest nog wat groeien en dikken maar nu is het zover, na 11 weken in couveuses en in het zicht van witte schorten, mocht je naar je eigen bedje.

Eindelijk ben je thuis. Er zijn nog draadjes, maar het is toch thuis. Dat scheelt. Dat scheelt een pak.

Weet je Jef, als ik ooit een zoon zou hebben, ik had hem jouw naam gegeven. Het is een warme naam, net zoals je overovergrootvader naar wie je bent genoemd een warme mens was.

Als ik ooit een zoon zou hebben, als… als… dan.

Mijn kleine broer was me voor, jouw papa, Jef.

Hij heeft het me wel gevraagd. Hij kon ook niet anders. Je naam preek al op de proefdruk van je geboortekaartje. Nog voor je naam werd verklapt is hij geraden.

Het past je goed, klein en dapper, Jefke. Stoer als het moet, Jef.

Als je je afvraagt wat het vreemde geklik boven je wiegje is. Het is je meter die is begonnen met een fotoreeks, van nu tot aan je pensioen.  Je kan er maar beter aan wennen.

Je hebt het zelf ook een beetje gezocht, het stelen van mijn hart.

Een hartendief van 50 cm.