zondag 7 augustus 2011

Vakantie deel II

Wij zijn gaan kamperen, zo op een camping tussen de Hollanders. Ik heb geen Hollands bloed en toch vind ik dat plezant, kamperen. Het is gewoon praktisch en goedkoop. Want ik ga graag lang op vakantie, veertien dagen is het minimum en zo een huis huren voor veertien dagen dat is veel geld. En ik wil weg kunnen als het me er niet aanstaat, en een huis dat steek je niet zo rap in je auto.

Er zijn natuurlijk wat randproblemen aan dat kamperen, die moet je er bijnemen. Zoals de Hollanders bijvoorbeeld. Het ligt niet zozeer aan het feit dat ze Nederlander zijn, het is meer het feit dat ze in groep zijn. Ooit, lang geleden, was ik in Zuid-Amerika en waren er geen Hollanders maar Israëli's en dat gaf hetzelfde lawaaierige effect.

Maar dat moet je er dus bijnemen, alsook dat die elke keer 'gggoeiemorggee' roepen als je ze voorbij wandelt.
Een camping, dat is ook een beetje 'man-bijt-hond' in het echt. Van zodra je je uit je tent kruipt, zie je ze zitten: vader en moeder met hun 38-jarige zoon voor hun caravan uitgerust met senseo, microgolf, satellietteevee en vier Duitse schepers. Of je ziet ze voorbij wandelen, de zwaarlijvige buurvrouw in haar nachtkleed zonder BH, wc-rol in de rechterhand.
Of je hebt helemaal mazzel en er is een surprise-act gepland, zoals de plaatselijke fanfare, die praktisch door je tent marcheert (zie foto).

Maar een camping met Hollanders dat betekent ook dat uw kinders vriendjes kunnen maken. En dus dat jij kunt genieten van een glas rosé en een portie olijven en dat het volstaat af en toe eens te zwaaien naar het grut dat voorbij rent en waar uw koters hopelijk tussen zitten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten