Hoewel ik op mijn sollicitaties steevast het tegendeel beweer, ben ik op professioneel vlak vaak heel wat onzekerder dan ik zou willen zijn. Zo zijn er van die vergaderingen waar mijn aanwezigheid wel vereist is, maar tijdens dewelke ik liefst als grijze muis in een hoekje zit en heel stil verslag maak. Opdracht volbracht, zolang niemand maar in mijn richting kijkt.
Nu zijn de andere deelnemers aan deze niet tot mijn favorieten behorende vergadering allemaal stukken ouder (lees: meer ervaring) en zijn ze op enkele na allemaal mannelijk. Niet dat ik bang ben van mannen maar het is nu éénmaal zo, en dat is wetenschappelijk bewezen, dat de meeste mannen nooit schrik hebben om domme en irrelevante dingen te zeggen op vergaderingen. Ze zijn er zelfs meestal van overtuigd dat wat ze te zeggen hebben er wel degelijk toe doet…. Goed voor hen dus.
Maar soit… het ergste aan deze vergaderingen vind ik de microotjes. Ik zie niet echt het nut, want met zoveel zijn we niet . Je kan echter niet ontkennen dat microotjes een vergadering het nodige ‘cachet ‘geven. Als je dan uiteindelijk je hand opgestoken hebt, en op het juiste rode knopje geduwd hebt, hoort het ook zo dat je de voorzitter uitgebreid bedankt voor het feit dat je het woord krijgt. En helemaal erg aan die vergaderingen is dat ze in het Frans worden gevoerd, waardoor je niet de voorzitter moet bedanken maar “monsieur le président”.
Ik word daar dus zo zenuwachtig van en het liefst zou ik dus nooit die micro willen gebruiken… maar morgen is het dus zover. Als vertegenwoordiger van een NGO moet je soms radicaal tegen iets zijn en dan moet je tenminste het lef hebben om daar voor uit te komen. Slik, ik zet alvast de juiste schoenen klaar, kwestie van de perfecte hakhoogte te hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten