Het is alweer even geleden, maar T. kroop nog eens in zijn pen...
Een tijdje geleden stond ik twee keer kort na elkaar met vochtige ogen in de donzige stilte van een kamer in de kraamkliniek. Mijn twee beste vrienden, T en W, werden met nauwelijks een paar weken verschil vader. De één van een wolk van een dochter, de ander van een droom van een zoon. Ondertussen zijn we een paar maanden verder en ondanks af en toe een slapeloze nacht of een kwakje groentepap op de grond, zie ik vandaag alleen maar honingzoet geluk. Zoveel zelfs en zo zoet dat je er stiekem een beetje bang van wordt. Zélfs als je maar een goede vriend van het nieuwe gezinnetje bent en er plots ‘nonkel’ voor je naam komt te staan. Maar nonkels en zeker goede vrienden moeten die naam ook waar maken, vind ik. Zeker als ze zelf nog in de kind noch kraai-fase zitten. En dus probeer ik de frisse papa’s en mama’s te helpen waar het kan. Bijvoorbeeld door eens naar de Colruyt te rijden of, en dat was nieuw, door op de kleintjes te passen.
Een tijdje geleden deed ik dat namelijk voor het allereerst, dat babysitten. En ook al was het maar voor een uurtje of twee, ik was er niet gerust op. Ik had bijvoorbeeld op YouTube opgezocht hoe je een pamper moet verversen. Inderdaad, op YouTube. Ik ben nu eenmaal een man, en in tegenstelling tot de andere kunne die de helft van haar leven als babysitter bijkluste, hebben de meeste mannen dat nog nooit gedaan, pampers verversen. En aangezien daar zowel een poep als poep tout court mee gemoeid is, kun je maar beter zeker van je stuk zijn, dacht ik.
Enfin, voorbereid als op een eindexamen, arriveerde ik bij kleine J thuis. Ze was toen ongeveer een half jaar trouwens. Haar vader stopte me nog snel een warm flesje in de hand en sloot de deur achter zich. Right, nu is het aan ons, J…
Kleine J is een fantastisch kindje. Kobaltblauwe oogjes en een lach die Japans staal kan breken. Soms verbeeld ik me ook dat J mij al herkent. We kunnen het in ieder geval prima met mekaar vinden. Vooralsnog lijken vooral mijn bril en baard haar te fascineren. Maar die dag was kleine J toch niet helemaal op haar gemak. Misschien voelde ze instinctief dat nonkel T. òòk niet helemaal op zijn gemak was, want uit haar kijkertjes sprak een sprankeltje argwaan. Alsof ze wou vragen: ‘Jij hebt dit toch wel ‘ns eerder gedaan, niet?’ En toen ik terugkeek met een ‘Jaja’ die meer op een vraag dan op een antwoord leek, ging het lipje krullen.
En dus wou kleine J haar flesje niet. In haar wipstoeltje zitten wou ze ook niet. Bij mij op de schoot al evenmin. Dus werd het rondlopen met J als een pruilende koalabeer tegen mijn borst. En praten. En gedichtjes voordragen. (Sorry J, ik ken alleen Latijnse versjes) En liedjes zingen. Van Sesamstraat, over Ernie die de slaap niet kan vatten. (Tiens, ken ik dat nog stééds uit het hoofd?) Maar het mocht allemaal niet baten. Kleine J wou duidelijk iets anders. Zou het dan toch die pamper kunnen zijn?, dacht ik. Dus ik besloot haar even neer te leggen op het speeldeken om te verifiëren of het YouTube-moment dan toch aangebroken was. Maar kijk, dàt was het dus! Van zodra kleine J op het deken lag, daar een rammelaartje vond en uit haar ooghoekje de houten speelboog zag staan waar paarse nijlpaarden en oranje krokodillen van af hangen, kirde ze van het lachen. Phew. Mission accomplished.
Na een klein uurtje spelen nam ik kleine J op de schoot en gingen we boekjes lezen. Ik weet wel dat zo’n baby’tje dat eigenlijk nog niet kan. Maar ze lijkt het wel leuk te vinden als iemand tegen d’r praat en, toegegeven, vooral het draaien van de blaadjes vindt ze geweldig. Hey, you take what you can get, natuurlijk. En luister, daar was papa al terug! Hij kwam breed grijnzend de trap op, apetrots op dochterlief en misschien ook wel een beetje op nonkel T., die zijn missie tot een goed einde had gebracht. En kleine J, die leek er allemaal niet veel van te merken. Maar toen papa haar oppakte, lachte dat mondje als de zon op de zee en greep dat kleine handje gretig naar het grote gezicht.
En ik, ik dacht maar één ding.
Zou ik echt de enige man ter wereld zijn met een biologische klok?
*ontoerd* Heel mooi geschreven!
BeantwoordenVerwijderenHeel mooi stukje. Mogen we het overnemen op onze blog?
BeantwoordenVerwijderenMaar natuurlijk mag dat! Ben vereerd!
BeantwoordenVerwijdereninderdaad heel mooi geschreven en je mag hier gerust ook es komen babysitten, twee piemelkes om te verversen... Maar die foto van mijn oudste zoon... ja mannekes, zijn papa herkent hem niet eens!! Gelukkig dat dat smoelentrekken wat verminderd is!
BeantwoordenVerwijderen@ Karlien: heb er zo'n 30 in die reeks, iedere keer een ander smoeltje :)
BeantwoordenVerwijderenBieke
Amai Karlien, ik stel me toch vragen bij die papa. Ik herkende jullie oudste zoon en ik heb hem zelfs nog nooit in't echt gezien... ;)
BeantwoordenVerwijderenLeuk stukje T.!