Langs alle kanten hoor je mensen die een afkeer hebben van politiek en zelfs weigeren te gaan stemmen.
Ik niet…ik vind gaan stemmen leuk. Vooral de weken voor de stemming waarin je nog eens goed geüpdate wordt over de massa’s problemen die ons als Belg te wachten staan, vind ik leuk.
Je zou het anders wel eens vergeten dat die vergrijzing geen katje is om zonder handschoenen aan te pakken. Dus probeer ik zorgvuldig alle debatten te volgen, om toch maar dat goeie bolletje te kleuren zondag.
Maar door die debatten heb ik ook een enorme fascinatie ontwikkeld voor enkele politici. Niet dat ik er op wil stemmen, integendeel, het is meer een fascinatie genre ‘Ooooo Help’.
En bovenaan in die categorie staat ongetwijfeld onze Pieter De Crem. De fascinatie was er al, maar toen hij op alfamannetjeswijze en potdoof het onderspit delfde in het duel met underdog Freya Piryns, zwol ze alleen maar aan.
‘Hoe zou die vent zich voelen?’, dacht ik achteraf. Zou hij nog altijd denken, ‘ik ben de beste en heb altijd gelijk’. Dat leek me toch praktisch onmogelijk. Of zou hij dan toch een potje janken in zijn auto?
Dit duel was echter niet de aanleiding voor mijn fascinatie en evenmin was dit het feit dat één of andere gek het nodig vond om met zijn eigen auto recht in Pieters huis te rijden. Hoewel meneer De Crems uitleg achteraf ‘Ik heb eerst de kinderen in veiligheid gebracht’, me toch ook weer aan het fantaseren zette.
Wat dan wel de oorzaak is voor die buitenmatige fascinatie, is een interview van enkele jaren geleden in één of andere krant waarin Pieter beschreef hoe zijn dagen er uitzien, en dan vooral zijn avonden. Als Pieter ‘s avonds om 23h30 thuis komt van een lange werkdag, sluit hij zijn dag af samen met zijn vrouw en een glas wijn waarop ze een Italiaanse conversatie voeren, zodat zijn vrouw kan oefenen wat ze in de les geleerd heeft.
Zeg nu zelf, zijn er hier andere woorden voor dan ‘Oooo Help’
:-) Dit is echt mijn favoriete artikel tot nu toe. Goed geschreven en bedacht!
BeantwoordenVerwijderen